Unbound Gravel De race van Jasper Ockeloen  

Unbound Gravel De race van Jasper Ockeloen  

Grote auto’s, grote wegen 

Het is laat in de middag, maar het voelt als diep in de nacht als we op Kansas City Airport aankomen. Nederland ligt te slapen, terwijl ik een paar uur terug in de tijd ben gevlogen naar een land dat volop in bedrijf is. Vet! Mijn uitzicht wordt getekend door grote auto’s op grote wegen. Echt Amerikaans. De reis richting mijn avontuur genaamd Unbound Gravel duurde twaalf uur en ook het tijdsverschil hakt erin. Van vermoeidheid ben ik dus niet zozeer bezig met de race die op me wacht, daarentegen wel met mijn hotel en vooral het bed dat daar staat. Maar om er nou om vijf uur in te kruipen is volgens mij niet het beste plan. Daarbij moet ik nog een hoop regelen om richting Emporia te reizen. Nu rest de twijfel of we de volgende dag een camper huren of een Airbnb. Dat laatste lijkt na een nachtje slapen toch het beste plan. Net even meer comfort is stiekem wel lekker. Gelukkig vinden we op internet een adresje. Deze is tot donderdag beschikbaar, terwijl de wedstrijd op zondag is. Never mind, als we er eenmaal zijn kijken we wel verder.

Trainingsrit over het asfalt

Tegenslag in the middle of nowhere

Als ik ’s avonds, al zin hebbend in het rondje trainen van morgen, mijn fiets in elkaar wil sleutelen, zie ik dat mijn stuur in het vliegtuig is gebroken. Wat een tegenslag. Maar lang bij de pakken neer zitten doe ik niet, dit is een kwestie van schakelen en de lokale fietsenmaker aan het werk zetten zodat ik morgen met vier andere renners toch het parcours kan verkennen. Het plan is een mooie ronde te biken van 150 kilometer, waar zowel het begin als het eind van de race inzit. Super lekker knallen we over de eindeloze wegen, langs glooiende vlaktes. Je kunt een half uur rijden voor je uit kijken, zo’n vergezicht rust er voor je neus. Ik zie alleen de weg waar ik op rijd, geen moderne infrastructuur, geen huizen, geen mensen.

De kilometerteller schiet naar de zestig als de ondergrond een beetje nattig wordt. Modder plakt aan mijn derailleur, vlak voordat het ding in mijn spaken klapt en mijn wiel breekt. Teneergeslagen constateer ik dat er geen mogelijkheid is om verder te gaan. Een dieptepunt waar je niks aan kunt doen, want niemand heeft een reservewiel mee. Het dichtstbijzijnde dorp is ook nog eens dertig kilometer verderop, dus daar sta je dan in the middle of nowhere in de warmte.

“Ik begin te twijfelen aan de race. Niet dat ik niet mee wil doen, maar ik realiseer me dat je geluk mag hebben als je de finish überhaupt haalt.”

Zodra de jongens hun training voortzetten in de Flint Hills tracht ik de bewoonde wereld per voet te bereiken. Er bekruipt me een soort angst bij het grote niks. Straks rijd ik dus 320 kilometer door een niemandsland. De rechte, lange gravelpaden zullen geestdodend zijn en als je pech hebt kun je hier niks. Het is jij en jij alleen die slechts kan hopen dat je iemand tegenkomt. Ik begin ook te twijfelen aan de race. Niet dat ik niet mee wil doen, maar ik realiseer me dat je geluk mag hebben als je de finish überhaupt haalt.

Na drie kwartier hiken en denken kom ik bij de eerste de beste asfaltweg waar ik Brad bel, de eigenaar van mijn Airbnb. Die springt meteen in de auto en wil me aan alle kanten helpen. We hoeven niet langer te zoeken naar een andere accommodatie vanaf donderdag. Brad, de man die zijn leven lang in Emporia woont en elk jaar ziet hoe renners van over de hele wereld strijdlustig starten en finishen bij het grootste event van het jaar, biedt aan om in zijn privé huis te slapen tot de dag na de race. Hij vindt het super gaaf om nu eens echt betrokken te zijn van dichtbij en zal ook tijdens de wedstrijd zelf zijn helpende hand uit steken in geval van nood. Dat is toch goud waard?!

“Ik zie er eerlijk gezegd tegenop”

Een beetje huiverig geworden door de tegenslag besluit ik op donderdag een asfalt tocht van 90 kilometer rond te trappen. En op vrijdag draai ik nog een uurtje warm voor ik mijn nummer ophaal. Het wedstrijdgevoel komt nu echt boven. Het finishdorp krijgt kleur en vorm. Commerciële stands worden opgebouwd en steeds meer renners verzamelen zich rond de plek waar morgen het startschot klinkt. Zenuwen kruipen inmiddels door mijn lijf. De voorbereiding ging niet soepel, wat betekent dat voor de race? En het is ook zo’n lange tocht… Ik keer een beetje in mezelf en zie er eerlijk gezegd ook tegenop. Al weerhoudt dat me er niet van om de puntjes op de i te zetten. Brad is er ter ondersteuning, ik weet waar ik voor kom en ik ken mijn voedingsstrategie, bedenk ik hoopvol.

Het is begonnen

Als de wekker om 4.00 uur gaat weet ik dat het is begonnen. Nog twee uur tot de start, waar het om half zes in de ochtend al druk bevolkt is. Allemaal mensen die staan te kijken. En dan klinkt er ook nog eens het Amerikaanse volkslied! Wat gaaf! Om me heen zie ik de andere deelnemers, waaronder een paar grote namen in wielerland. Ook Kiel Reijnen en Quinn Simmons van Trek-Segafredo staan aan de start. En dan is het zover, de race is begonnen.

Gelukkig ben ik van het wegwielrennen gewend aan een beetje dringen, dus de eerste de beste bocht schiet ik met Thomas Dekker door. Na veertig kilometer komt het eerste technische stuk, Quinn Simons voor me. Wat gaat het lekker! Als derde vecht ik me door deze sectie, dat geeft vertrouwen.

Met honderd man stevenen we door. Maar zodra het weer een beetje technisch wordt, klapt mijn band leeg. Pech. No problemo, hier heb ik me mentaal op voorbereid. Alleen mijn CO2 pomp denkt daar anders over en breekt af. Nu is het wachten tot er iemand langskomt met een pomp. Dat is duimendraaien, want de snelle wedstrijdjongens stoppen echt niet. Pas tien minuten later krijg ik een patroon van een mededeelnemer, waarna ik mijn inhaalrace inzet.

Vrienden voor het leven

Na een tijdje kom ik een renner uit de kopgroep tegen die ook pech heeft gehad. Samen klauteren we terug naar waar de wedstrijd gestreden moet worden. Ik rijd op het vlakke op kop, hij trekt me mee in de klimmetjes. We rapen steeds meer renners op als iemand langs de kant roept dat we op de 11de plek rijden. Dat had ik niet verwacht! Blij en vol motivatie knallen we naar het waterpunt. Daar aangekomen rijdt een groepje voor ons net weg. Vier goede renners die we ook gaan inhalen, weet ik. Voor het eerst in de race krijg ik moraal dat het echt lekker gaat. Maar vijf minuten na het waterpunt klapt mijn band weer. Wetend dat ik geen pomp heb wissel ik mijn band. Kilometers ver kan ik kijken of er iemand komt die er wel één heeft, maar niks. De weg is leeg. Op een platte band rijd ik daarom verder tot ik een boerderij zie, maar er is niemand thuis. Nou ja, niemand? Een grote hond speelt als teken van leven en rent op me af. Doodsbang sprint ik terug naar het parcours, waar de eerstvolgende wedstrijdrijder me niet helpt, de tweede daarentegen geeft me zijn pomp. Tien minuten verloren, maar back in the game rijd ik mezelf weer naar een tiende plek in de race. Helemaal stuk, moe en op en met nog tachtig kilometer te gaan. Een andere jongen is er al net zo aan toe, in een dieptepunt na 8/9 uur. De Canadees begint te kletsen over dat hij mijn vriendin kent van YouTube. Meteen is al mijn plezier terug. Wat is het fijn om even met iemand te praten! Samen jakkeren we verder. ,,We are gonna be friends for life!’’ Zeg ik. Waarop hij antwoordt dat hij niks meer om de snelheid geeft, alleen nog maar bij de finish wil komen.

Augurken tegen de kramp

Ik vind het zo gezellig dat ik besluit hem mee te nemen naar het eindpunt, in mijn wiel. Even later komt mijn maatje Ivar in beeld. Ook hij zit er helemaal door, kan niet eens meer iets terugzeggen, maar haakt wel met moeite aan. Ik hou wat in op de klimmetjes en besluit gewoon dat we met zijn drieën bij de finish moeten komen, dan neem ik ze wel op sleeptouw. Uren lang rijden we over de lange wegen. Zo nu en dan breekt een negentig graden bocht de route, maar dat is het dan ook wel. Een beetje gezelschap is dus een Godsgeschenk. Vijftien kilometer voor de finish vraagt de jongen even te stoppen bij toeschouwers die ons water en augurken willen geven. Dat laatste schijnt goed te zijn tegen kramp. Voor mij niet nodig, maar ik vind het prima. Een mooi moment om het augurken verhaal te checken.

Data van de race van Jasper

Gereden en gestreden

Al snel daarna laat Ivar ons, zonder er woorden aan te geven, gaan. De Canadees begint ineens in wedstrijdtaal te praten waar ik behoorlijk verbaasd over ben. Al die tijd heb ik hem in mijn wiel gehouden en meegetrokken, gestopt op het moment dat hij wilde stoppen. Gelachen en gedacht dat we ‘friends for life’ zouden zijn. En nu hamert diezelfde jongen op de pedalen om mij in een sprint te lossen. Met geluk. De tiende plek demarreert hij voor mijn neus weg en de elfde is voor mij. Met handdoekjes koud water word ik onthaald en al snel probeer ik verhaal te halen over de eerste plekken

Ook kijk ik even op mijn mobiel, waar blijkt dat er heel veel mensen al die tijd met me mee hebben geleefd. Waar ik in die uren marteling nog dacht: eens een nooit meer, dit is de hel! Stroomt al het moois nu mijn uitgeputte lijf in. Wat is het eigenlijk een mooi avontuur. En wat ben ik trots en blij dat ik Unbound Gravel heb gereden en gestreden!

Checkpoint

Checkpoint

Je twijfelt over het type fiets dat je moet kiezen? Spring dan eens op een Checkpoint. En vergeet daarbij niet: asfalt is slechts één van de mogelijkheden. Het echte avontuur begint waar de verharde weg ophoudt.
BEKIJK DE CHECKPOINT

About the Author: Trek Benelux

Onze missie: We maken alleen producten waar we zelf gek op zijn, we geven onze klanten uitstekende service en dienstverlening en veranderen de wereld door meer mensen op de fiets te krijgen.