Vóór 2015 werd fietsverlichting gemaakt en verkocht onder de veronderstelling dat je het alleen nodig had als je in het donker reed. De verlichting viel daarom in twee categorieën: alleen koplampen en ineffectief.

Ons elektronica-team vond die veronderstelling sowieso al achterhaald. De meeste mensen rijden bij daglicht op hun fiets of in hun auto en onderzoek toonde aan dat de meeste ongevallen tussen auto en fiets plaatsvinden door een aanrijding van achteren.

Fietsers hadden dus een slimmere oplossing nodig. Daarom ging het team aan de slag om een nieuw tijdperk van verlichting in te luiden.

Afgeleid van de dagrijverlichtingsstandaard uit de automobielindustrie, creëerde het team een fietsachterlicht met een lichtpatroon, lichtintensiteit en lichtbereik waarmee fietsers veel beter zouden opvallen voor overige verkeersdeelnemers tijdens elk uur van de dag én nacht. We noemden hem de Flare R. Als automobilisten fietsers over een grotere afstand kunnen zien, dan hebben ze meer tijd om te reageren. Als automobilisten meer tijd hebben om te reageren, kunnen ze fietsers meer ruimte geven tijdens het inhalen en dat lost een van de meest dringende problemen van fietsers op.

De Flare R maakte ons duidelijk dat we een grote blinde vlek hadden gehad. Tegenwoordig blijven we producten ontwikkelen en introduceren die het fietsen veiliger maken. Dit lampje is klein, maar krachtig. Hij maakt echt een verschil en daarom werken we er hard aan om elke fiets met zo’n lamp uit te rusten.

En dan te bedenken dat dit alles begon met een klein team in Waterloo dat zichzelf scherpe vragen stelde en zich afvroeg, ”Wat kunnen we beter doen.”