Een beetje liefde en aandacht voor je fiets zorgt ervoor dat hij soepel rijdt en vermindert de kans op onverwachte mankementen onderweg. De volgende vier how-to video’s brengen je de basis van fietsonderhoud bij.
Wat je nodig hebt zijn twee emmers warm water – één voor je fiets en één voor de aandrijflijn -, een borstel met harde haren, eentje met zachte haren, een conische borstel, fietsontvetter, fietsschoonmaakmiddel, een schone droge doek en kettingsmeermiddel. Plaats de fiets in een fietsstandaard of zet hem gewoon tegen de muur.
Maak eerst de aandrijflijn, het frame en de wielen nat met een voorwasmiddel. Breng dan ontvetter aan op de aandrijflijn. Vermijd daarbij dat er ontvetter op de lagers terechtkomt. Spuit vervolgens bikecleaner op het frame en de wielen, ook weer zonder de lagers te raken.
Terwijl de fiets aan het inweken is, vul je beide emmers met een scheutje ontvetter en genoeg warm water om je borstels onder te dompelen.
Begin met de aandrijflijn. Gebruik de emmer voor de aandrijflijn en de harde borstel om de aandrijflijn te reinigen. In plaats daarvan is het ook mogelijk om een kettingreinigingsapparaat gebruiken.
Neem de andere emmer met sop en maak het frame en de voorvork van boven naar beneden schoon met de zachte borstel. Maak de banden schoon met de harde borstel en de wielen met een zachte borstel. Gebruik een conische borstel voor de naven. Zorg er bij het schoonmaken van de wielen voor dat de remmen niet in contact komen met ontvetter, om verontreiniging te voorkomen.
Spuit de schoongemaakte fiets grondig af met een zachte waterstraal. Droog ten slotte het frame af met een droge schone doek en smeer de ketting.
Trek niet je nieuwste shirt aan, maar draag kleding die vuil mag worden! En gebruik een ontvetter die speciaal bedoeld is voor fietsen.
Een snelle en gemakkelijke manier om een ketting te ontvetten is met een kettingreinigingsapparaat. Vul het reservoir met ontvetter, klem het gereedschap volgens de instructies om de ketting en draai de pedalen achterwaarts. De borstels van het kettingreinigingsapparaat komen in alle hoekjes en spleetjes van de ketting, precies daar waar altijd veel vuil zit.
Je kunt de ketting natuurlijk ook schoonmaken zonder kettingreinigingsapparaat. Een harde borstel (of een tandenborstel of een nagelborstel) werkt ook prima! Breng een beetje ontvetter aan op de borstel en houd hem dan tegen de ketting terwijl je de pedalen achterwaarts draait. Behandel op deze manier zowel de bovenkant als de onderkant van de ketting.
De ketting ziet er nu al schoon uit, maar het is toch belangrijk om goed af te spoelen met water en zeep. Op die manier wordt immers alle ontvetter verwijderd en kan het nieuwe smeermiddel goed aan de ketting hechten.
Kies voor het smeren van de ketting een smeermiddel dat bij jouw situatie past. Rijd je over nat en modderig terrein, neem dan een wet lube. Wet lubes zijn beter bestand tegen water en gaan langer mee, maar ze trekken bij droge omstandigheden meer stof en vuil aan. Rijd je onder drogere omstandigheden, kies dan voor een dry lube. Een dry lube moet vaker ververst worden, maar trekt minder vuil aan.
Zorg er bij het smeren van je ketting voor dat het smeermiddel goed op de kettingrollen terechtkomt. Smeermiddel aan de buitenkant en/of zijkant van de ketting zorgt er alleen maar voor dat er meer vuil aan kan blijven hangen. Dat betekent op zijn beurt dat je eerder opnieuw moet ontvetten en smeren. Breng een druppeltje smeermiddel aan bovenop elke rol en veeg overtollig smeermiddel af. Je bent nu klaar om te fietsen!
Kijk eerst wat de aanbevolen bandendruk is. Op elke Bontrager-band staat een aanbevolen drukbereik. Je vindt dit bereik op de zijkant van je band. Je banden hebben ofwel een Schrader-ventiel ofwel een Presta-ventiel. Kijk of je pomp geschikt is voor het type ventiel dat jij hebt. Als je pomp niet geschikt is voor beide types ventiel, koop dan een adapter bij je plaatselijke dealer. Schroef indien nodig eerst de stofdopjes van de ventielen af.
Bij een Schrader-ventiel kun je de band dan meteen oppompen. Bij een Presta-ventiel moet je eerst het ventiel open schroeven. Het ventiel staat genoeg open als je een flinke luchtstroom voelt bij het indrukken van het ventiel. Zet de pompkop stevig vast op het ventiel door de kop zover mogelijk over het ventiel te drukken. Fixeer de pompkop door de hendel ervan omhoog te trekken. Beweeg de kop heen en weer. Het ventiel mag niet los in de pompkop bewegen.
Begin met oppompen. Als je lucht hoort ontsnappen, dan zit de pompkop niet ver genoeg over het ventiel. Zet de pompkop goed vast en probeer het opnieuw. Houd tijdens het pompen de drukmeter in de gaten. Stop met pompen zodra je de druk bereikt die op de band staat aangegeven. Druk de hendel naar beneden en neem de pompkop van het ventiel. Vergeet bij een Presta-ventiel niet om het ventiel dicht te draaien. Schroef nu de stofkapjes weer op. Je bent klaar om te fietsen!
Om problemen te voorkomen op de weg of op de trails, is het belangrijk om je fiets te inspecteren na het schoonmaken en voorafgaand aan elke rit. We gebruiken als ezelsbruggetje de M-methode om alle controle-stappen systematisch te doorlopen.
Het eerste punt van de ’M’ is het achterwiel. Kijk of de band de juiste spanning heeft. De aanbevolen druk staat geprint op de zijwand van je band. Als de druk te laag is, pomp de band dan op tot het aanbevolen drukbereik. Als je tubeless rijdt, adviseren we om elke 6 maanden vers dichtmiddel toe te voegen. Controleer de slijtage van de remblokken. Draai je wiel rond en controleer of het wiel vrij loopt en niet tegen de remblokken schuurt. Als ze aanlopen en je hebt gecontroleerd of het wiel goed in de uitvalogen zit, dan moet je mogelijk de remmen bijstellen.
We gaan naar boven via de zadelpen naar het zadel. Draai het zadel van links naar rechts. Controleer of de zadelpenklem stevig vastzit en of ook de zadelpen en het zadel goed vastzitten. Til de achterzijde van de fiets op tot enkelhoogte en laat hem stuiteren. Luister of je geratel of ongewone geluiden hoort. Zo ja, dan kan het zijn dat er iets los zit of versleten is. Breng je fiets dan naar de plaatselijke Trek-dealer voor onderhoud.
Vervolgens gaan we naar beneden. Draai beide pedalen rond en luister naar eventueel gekraak of ander geluid. Pak de beide pedalen vast en maak een zijdelingse beweging. Controleer op speling in de pedalen of in het cranksysteem. Draai de crank naar achteren en luister of je gekraak of gepiep hoort in de ketting of in het schakelsysteem. Een krakende ketting moet meestal worden gesmeerd. Bij vreemde geluiden van het schakelsysteem moet je de fiets voor inspectie naar de dealer brengen.
We gaan omhoog naar het stuur. Til de voorzijde van de fiets op tot enkelhoogte en laat hem stuiteren. Luister of je geratel of andere vreemde geluiden hoort, net als bij het achterwiel. Draai aan het stuur om te controleren of de stuurpen en het stuur goed vastzitten. Controleer de remblokken op slijtage. Knijp in de remmen en controleer of ze aangrijpen zonder dat je de hendel volledig tegen het stuur trekt.
Het laatste controlepunt is het voorwiel. Herhaal de procedure zoals bij het achterwiel. Pomp de banden op, controleer het dichtmiddel als je tubeless rijdt en draai je wiel rond om te controleren of de remmen niet aanlopen. Als ze aanlopen en je hebt gecontroleerd of het wiel goed in de uitvalogen zit, dan moet je mogelijk de remmen bijstellen.
About the Author: Trek
Our mission: we build only products we love, provide incredible hospitality to our customers, and change the world by getting more people on bikes.